Description
Sinds 2005 produceert de boer geen kuilvoer meer, omdat zijn graslandpercelen verschillende voerkwaliteit leverden, de kuilvoerbalen te groot waren voor de dagelijkse vraag en het beheer van de hoge silo te moeizaam was. Omdat de lokale zuivelfabriek op dat moment geen afzetkanaal voor kuilvoervrije melk had, werd er een kaasmakerij gebouwd om de melk op de boerderij te verwerken. In 2010 is de kaasmakerij uitgebreid, is er een losstaande stal gebouwd en is er een boerderijwinkel inclusief een presentatieruimte ingericht.
Hoewel de omvang van de eigen weilanden rondom het bedrijf te klein was, kon de boer continu grond pachten van andere kleine boerderijen in de omgeving die de landbouwactiviteiten staakten. De omvang van het weideland is nu dan ook groot genoeg om een continue variabele veebezetting (korte begrazing) te beoefenen. Het melkvee (Simmental en Braunvieh) kan van april tot laat in de herfst grazen en de stal is op elk moment toegankelijk voor de dieren.
De producten worden verkocht in de eigen boerderijwinkel en via verschillende kleine afnemers. In het dorp is er ook een nauwe samenwerking tussen de landbouw en het toerisme, waardoor er een effectief marketingcircuit ontstaat. Hotels maken gebruik van de producten van de kaasmakerij; in ruil daarvoor krijgen de toeristen rondleidingen over de boerderij aangeboden. Dit creëert, zowel voor de lokale bevolking als voor de toeristen, een verbinding tussen de lokale landbouw en regionale producten.
Als voorwaarde voor beweiding zijn enthousiasme en overtuiging van de boer en kennis en ervaring nodig. Er moeten voldoende aaneengesloten weidegronden in de buurt van de boerderij zijn, die niet te steil zijn. De veesoorten moeten zich langzaam aanpassen aan de beweiding, waarbij individuele prestaties minder belangrijk zijn dan robuuste dieren.