Description
De boerderij, die in bezit is bij de vierde generatie, bezit momenteel 500 fokooien. Zij beheert 150 hectare blijvend grasland, zowel op gunstige als ongunstige locaties, met inbegrip van schaduwrijke valleien met zure grond op grotere hoogte. Het beheer van de beweiding is erop gericht om het aandeel van de weiden in de jaarlijkse diervoeding te maximaliseren en de verschillende soorten grasland in stand te houden. De meer productieve laaggelegen weiden worden als eerste in het seizoen begraasd met een voldoende hoge veebezetting om het binnendringen van struiken te voorkomen. Later in het seizoen wordt de kudde verplaatst naar grotere hoogtes. Dieren worden zoveel mogelijk op de weide gehouden, zelfs in de winter, waar ze op het vanggewas van de plaatselijke boerderijen grazen. Jaarlijks wordt tussen juni en augustus 80 ha grasland gemaaid voor hooi. Op elk veld wordt het maaitijdstip van jaar tot jaar afgewisseld om de plantendiversiteit te vergroten.
Betalingen uit hoofde van een resultaatgerichte agromilieuregeling voor de biodiversiteit van grasland vormen een belangrijke pijler van het bedrijfsinkomen. Deze regeling vergoedt de landbouwers op basis van de aanwezigheid van indicatorplantensoorten. De regeling bestaat uit drie niveaus met toenemende bedragen aan betalingen per hectare, afhankelijk van het aantal indicatorsoorten dat in het veld aanwezig is (minimaal vier, zes of acht van de 31 soorten/soortengroepen). Veranderende politieke/administratieve kaders (bv. geschiktheidscriteria voor velden die in aanmerking komen voor rechtstreekse betalingen) zijn bijzondere uitdagingen voor een bedrijf met deze strategie.
