Description
Een systeem zonder grondbewerking is gebaseerd op een combinatie van verschillende elementen: het stoppen van het ploegen en het gebruik van diep rotorkopeggen, het zaaien van verschillende soorten vanggewassen, het direct zaaien van hoofdgewassen in deze vanggewassen, gebruik van concurrerende soorten en cultivars (triticale, haver, spelt, oude tarwecultivars), ontwerp van de vruchtwisseling aangepast aan de kenmerken van het bedrijf en de onkruidbestrijding, indien nodig oppervlakkige bodemwerkzaamheden tot een diepte van ongeveer 3 cm, vlinderbloemigen als vanggewassen, directzaai in deze vanggewassen en tijdelijk grasland op basis van gras en vlinderbloemigen als onderdeel van de vruchtwisseling.
De vanggewassen en het tijdelijk grasland kunnen door vee worden gebruikt. Tijdelijke graslanden met vlinderbloemigen spelen een belangrijke rol in het systeem. Ze slaan aanzienlijke hoeveelheden koolstof op in de bodem en door het organische stofgehalte te verhogen, herstellen ze de bodemvruchtbaarheid. Ze fixeren symbiotisch stikstof uit de atmosfeer die gedeeltelijk beschikbaar komt voor andere gewassen. Dit maakt een snelle groei en een goede opbrengst van deze gewassen mogelijk. De tijdelijke graslanden, die voor een periode van 1-3 jaar zijn aangelegd, verminderen ook de onkruiddruk. Door de integratie van gewassen en vee komen er extra inkomsten ten opzichte van uitsluitend eenjarige gewassen. Dit kan zowel binnen een bedrijf als door samenwerking van bedrijven die gespecialiseerd zijn in akkerbouw of in veeteelt.
Het scheuren van grasland wordt in de zomer uitgevoerd met behulp van een machine die de planten op 3 cm afmaait, gevolgd door 1-2 keer eggen om de planten uit te drogen. Bij twee jaar oud grasland worden het eerste jaar vier snedes gemaaid. Bij scheuren wordt een grasssnede opgeofferd, wat leidt tot een opbrengstverlies van slechts 5 – 10% van de totale opbrengst. Dit lichte opbrengstverlies wordt grotendeels gecompenseerd door de opbrengststijging bij de oogst van het volgende gewas.
