Description
Zevenentwintig boeren en adviseurs uit Noord-Duitsland reisden onder het thema “De Ierse manier van grazen” naar verschillende commerciële bedrijven en onderzoeksbedrijven in Ierland. Aan het einde van de reis hebben de deelnemers op basis van een analyse van de sterke en zwakke punten de beweidingssystemen in Ierland vergeleken met het systeem in Noord-Duitsland.
In Ierland maakt het graslandbeheer deel uit van het landbouwonderwijs. Er zijn mogelijkheden voor discussiegroepen om ook met andere boeren en adviesdiensten van gedachten te wisselen. Zij beheren hun beweiding met tools en systemen op basis van de gegevens van hun grasgroeisnelheid. Hun systeem is minder kwetsbaar voor zuivelcrises en minder afhankelijk van de invoer van eiwitvoer. Aan de andere kant zijn de normen voor dierenwelzijn en biodiversiteit lager dan in Duitsland. De Ierse zuivelmarkt is zeer afhankelijk van de export vanwege de geringe verscheidenheid aan productiesectoren op het bedrijf.
In Duitsland zijn de gebouwen in goede staat en wordt hoogwaardig kuilvoer geproduceerd. De normen voor de controle van het dierenwelzijn en de controle van levensmiddelen zijn ook hoog. Duitse boerderijen hebben vaak uiteenlopende productiesystemen zoals agrotoerisme als extra productietak. De kennis over begrazing is echter beperkt, omdat het landbouwonderwijs er zich niet op richt. Er is niet veel informatie over verschillende beweidingssystemen en geen grote markt voor weideapparatuur zoals meetinstrumenten en geen systeem om groeidata te analyseren. De hoge standaard van gebouwen en technologieën betekent hoge investeringskosten en dus een grote economische kwetsbaarheid in crisistijden.