Description
In 2011 besloot de boer om over te stappen op de biologische schapenhouderij omdat de aanbindstal te oud was geworden voor de koeien en in plaats van deze weer op te bouwen, werd gestreefd naar een eenvoudige en kosteneffectieve aanpassing. Een andere reden voor de verandering was dat de steile gebieden in de directe omgeving van het bedrijf te steil waren en dus te duur voor de productie van voer. In deze gebieden is de hooiproductie tegenwoordig niet meer rendabel ondanks de overheidsbetalingen, terwijl het grazen met kleine herkauwers een levensvatbaar alternatief is.
Er zijn drie paddocks beschikbaar voor de 100 Oost-Friese melkschapen (soms gekruist met Lacaune). Daar kunnen ze overdag grazen en schaduw vinden onder de bestaande struiken en bomen. Het seizoensgebonden lammeren, dat eind januari begint, vermindert de werklast in de wintermaanden en stelt de boer in staat om in deze periode vrij te nemen en te rusten. De voeraankoop van buiten het bedrijf bedraagt in totaal 5.000 – 6.000 kg maïs, luzerne en gepelletiseerde tarwezemelen per jaar.
De schapenmelk wordt op de boerderij verwerkt. Groenten en aardappelen worden ook op de boerderij geteeld. De producten van de boerderij worden verkocht via de eigen boerderijwinkel, de plaatselijke detailhandel en hotels in de omgeving. De samenwerking met het regionale toerisme is hecht. Boerderijrondleidingen worden aangeboden aan gasten die ook in het restaurant van de boerderij kunnen eten. Het doel is niet alleen om klanten een product te verkopen, maar ook een ervaring.
Voorwaarden voor goede beweiding zijn de aanwezigheid van voldoende grasland in de buurt van de boerderij en het leren omgaan met de dieren en het beheer van de weide. Bovendien is met name in de eerste jaren voortdurend doorzaai nodig om de omzetting van de hooilanden in weiden met een dichte graszode te bevorderen.